FAQ Project 3030 - Werknemers

In de sector van de gezinszorg kent het Project 3030 al jaren succes. Via dit project kan niet‑verzorgend personeel zich omscholen tot verzorgende en/of zorgkundige.

Het project, gecoördineerd door het Vormingsfonds voor de Diensten Gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap, wordt voor het volgend schooljaar verdergezet. Dankzij de financiële tussenkomsten van het socialemaribelfonds van de sector is dit project mogelijk.

Afbeelding
3030

 

In deze veelgestelde vragenlijst proberen we een antwoord te geven op allerlei vragen die u kan hebben.

Het project

Je moet de anciënniteit ten laatste op de uiterste inschrijvingsdatum van het jaar dat je je kandidaat stelt, bereiken.

De proeven bij de externe screeningsorganisatie vallen buiten je werktijd, bijgevolg ontvang je voor deze dag geen loon. Alle andere voorbereidingstijd in functie van het Project 3030, bijvoorbeeld wanneer je samen met je leidinggevende het motivatieverslag invult, valt wel binnen je werktijd.

Wat valt er buiten je werktijd?

  • de proeven
  • geneeskundig onderzoek
  • infosessie waaraan de uitgelote kandidaten per provincie in groep aan deelnemen
  • kennismakingsgesprek met de opleidingsverantwoordelijke.

Ja, je vermeldt op je inschrijvingsformulier dat je een leerstoornis hebt. De externe screeningsorganisatie zal aangepaste proeven gebruiken om je te testen.

De opleiding

Je engageert je om een voltijdse dagopleiding te volgen.

Het opleidingstraject bestaat uit 2 deeltrajecten:

- deeltraject 1 + 50u stage in je eigen dienst voor gezinszorg en een woon- en zorgcentrum.

- deeltraject 2 + 600u stage eveneens in je eigen dienst voor gezinszorg en een woon- en zorgcentrum 

Wanneer je de opleiding succesvol beëindigt, krijg je een bekwaamheidsattest van verzorgende-zorgkundige. De VDAB reikt dit attest uit. De VDAB erkent en subsidieert deze opleidingen.

Wil je meer weten over de inhoud van deze opleidingen en de plaats waar deze doorgaan? Praat er met je leidinggevende over.

Je kan ook surfen naar www.werkmetmensen.be (een project van het Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social Profit – VIVO vzw).

Je moet voldoen aan de volgende criteria:

  • Je hebt minimum 2 jaar anciënniteit bij je huidige werkgever en dit ten laatste op de uiterste inschrijvingsdatum van het jaar dat je je kandidaat stelt.
  • Je werkt minstens met een halftijds contract van onbepaalde duur.
  • Je zit tot bij de start van de opleiding niet in een procedure die kan leiden tot ontslag.
  • Je bent niet tewerkgesteld als verzorgende en beschikt niet over een diploma dat toegang geeft tot het beroep van verzorgende. 

Let wel: uitsluitend niet-verzorgend personeel tewerkgesteld bij een werkgever uit de private sector van de gezinszorg, die valt onder het paritair comité 318.02, kan zich kandidaat stellen binnen het Project 3030.

Neen, binnen het Project 3030 kom je niet in aanmerking. Je werkgever kan in deze situatie wel samen met jou bekijken welke modules je nog moet volgen zodat je niet meer het volledige traject moet doorlopen.

Je kan hiervoor terecht in de opleidingscentra van de diensten gezinszorg.

Zowel in het voorjaar als najaar starten er in elke provincie opleidingen.

Als je geselecteerd bent en kan starten met de opleiding, verneem je via de medewerkers van het fonds waar en wanneer de opleiding doorgaat.

Neen, dit is niet toegestaan.

In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld na langdurige afwezigheid door ziekte, kan je leidinggevende – na overleg met de VDAB en het opleidingscentrum – een aanvraag bij de Stuurgroep ‘Project 3030’ indienen om te herkansen.

Je leidinggevende vindt de contactgegevens in het document ‘Veel gestelde vragen document voor werkgevers’.

Ja, als je de opleiding van verzorgende-zorgkundige volgt, moet je één stage in de eigen dienst voor gezinszorg doen.

Je moet zelf geen kosten betalen die te maken hebben met de opleiding (inschrijvingsgeld, boeken, stagekledij…).

Ook je vervoer van en naar het opleidingscentrum en naar je stageplaats(en) krijg je via je werkgever terugbetaald.

Dit betekent dan ook dat

  • Je kiest voor de voordeligste methode.
  • Je uitzoekt wat het goedkoopste biljet is als je je moet verplaatsten met de trein/tram/bus (een maandabonnement, een driemaandelijks abonnement….).

Bespreek dit het best vooraf met je leidinggevende.

In principe kan je niet stoppen. In elke situatie is een overleg tussen je werkgever, het opleidingscentrum en de VDAB nodig. Als deze partijen akkoord zijn, moet je de dag nadat je met je opleiding stopt, weer gaan werken.

Eens afgehaakt kan je later geen opleiding meer volgen in het kader van ‘Project 3030’, tenzij de verschillende betrokkenen akkoord gaan dat de reden van je stopzetting te maken heeft met overmacht, bijvoorbeeld bij dringende familiale of medische redenen. Je kan de opleiding dan pas het volgend startmoment van het opleidingscentrum opnieuw aanvatten, als je werkgever een motiverend schrijven richt aan project3030 [at] vspf.org. Verwittig altijd onmiddellijk je werkgever.

Je arbeidsovereenkomst en statuut tijdens je opleiding

Ja, terwijl je in opleiding bent, loopt je huidige arbeidsovereenkomst gewoon verder. Je blijft dus volledig deel uitmaken van de dienst voor gezinszorg waar je tewerkgesteld bent. Je arbeidsovereenkomst wijzigt niet. Als tegenprestatie volg je tijdens het opleidingsjaar de afgesproken voltijdse opleiding. Hiervoor maakt je werkgever een addendum (bijlage) bij je contract op waarin dit wettelijk geregeld wordt.

Je bent verplicht om je werkgever te informeren over elke wijziging (ziekte, ongeval, zie ook verder). Het arbeidsreglement van je werkgever blijft immers van toepassing tijdens je opleiding. Als je elders stage loopt, geldt uiteraard ook dat arbeidsreglement voor jou.

Alhoewel sommige werkgevers een werknemer in opleiding als geschorst beschouwen, is dit niet het geval. Je krijgt tijdelijk een andere werkopdracht, nl. de opleiding volgen. Hiervoor ontvang je elke maand je basisloon (baremiek loon). Je statuut bij de werkgever verandert niet. Als je bv. logistiek medewerker bent, blijf je dit tot het einde van je opleiding. Je arbeidsovereenkomst loopt gewoon door. De opleiding komt dan ook in aanmerking voor de opbouw van je baremieke anciënniteit.

Tijdens de opleiding heb je een dubbel statuut. Enerzijds blijf je een werknemer en moet je dus het arbeidsreglement van je werkgever respecteren. Anderzijds ben je student en moet je rekening houden met het reglement van het opleidingscentrum.

Je opleiding wordt beschouwd als werken.

Tijdens je opleidingsjaar moet je je als cursist aanpassen aan de vakantieregels van het opleidingscentrum waar de opleiding doorgaat. Het hoort bij je engagement: je krijgt een gratis opleiding gedurende een jaar waarmee je een opstap kan maken naar de job die je graag wilt uitoefenen. Als je deeltijds werkt, hoort daar bij dat je lesuren en stages meer uren innemen dan in je arbeidscontract.

Het basisprincipe is: regel elke vakantieperiode altijd in overleg met je leidinggevende voor je de opleiding start. Maak samen duidelijke afspraken. Zorg ervoor dat zowel jij als je leidinggevende goed op de hoogte bent van de sluitingsdagen van het opleidingscentrum. 

Vertrekpunt

Als je geselecteerd bent binnen Project 3030,  sluit je aan bij een voltijdse opleiding tot  verzorgende-zorgkundige. Je wordt voor de duurtijd van de opleiding ‘vrijgesteld’ om aan de opleiding deel te nemen – los van je eigen arbeidsritme. Je werkrooster wordt dus niet aangepast. Je behoudt het bestaande arbeidsregime en het daaraan gekoppelde loon, deeltijds of voltijds, maar volgt tijdens de opleiding het bestaande lessenrooster.

Dit betekent in de praktijk het volgende. De opleiding biedt gemiddeld 35 lesuren per week. Naast deze lessen wordt van jou thuis ook nog studietijd en tijd voor uitvoering van opdrachten verwacht. Of je nu deeltijds een arbeidsritme van 20 uren hebt of voltijds een arbeidsritme van 38 uren, je volgt altijd 35 uren les.

  • Werk je deeltijds dan zou je kunnen stellen dat er 15 uren (20-35) in de ‘eigen tijd’, dus onbetaald doorgaan. 
  • Werk je voltijds dan zal je nog 3 betaalde uren (38-35) kunnen benutten in functie van de studietijd.

Maar in termen van het ‘vrijgesteld’ zijn, speelt deze telling dus geen rol.

Bijkomend zal je als je voltijds werkt en bijvoorbeeld op woensdagnamiddag geen les hebt, maar wel een arbeidsrooster hebt waarin je op woensdagnamiddag werkt, voor deze halve dagen geen verlof moeten nemen.

Verlof

Je kan tijdens de duurtijd van de opleiding geen verlof opnemen naar keuze. Je volgt de verlofdagen van het opleidingscentrum.

Je zal niet verplicht worden om onbetaald verlof te nemen. Daarom zal je werkgever je alternatief werk aanbieden.

Inactiviteitsdagen

Inactiviteitsdagen zijn sluitingsdagen van het opleidingscentrum waarop van jou als cursist geen enkele activiteit of beschikbaarheid wordt verwacht.

Bijvoorbeeld:

  • Een opleiding die start in februari en loopt tot december, wordt in de zomervakantie twee weken onderbroken. Gedurende deze twee weken ga je of aan het werk of je neemt verlof op.
  • De opleiding sluit/heeft geen lesaanbod op een brugdag. Die dag neem je verlof op.
  • Het theoretisch gedeelte is afgesloten en er zijn twee vrije dagen voor de start van de stage. Hiervoor neem je twee verlofdagen op.

Als je geen verlof meer hebt om de inactiviteitsdag op te vullen, kan je kiezen om te gaan werken of onbetaald verlof te nemen.

Wanneer neem je geen verlof op?

Op dagen waarop er wel een activiteit of beschikbaarheid van jou wordt verwacht.

Bijvoorbeeld:

  • In de examenweek ga je enkel naar het examen. De overige (halve) dagen zijn studiedagen. Er wordt studietijd verondersteld, dus je moet geen verlof opnemen.
  • Aan het einde van een stageperiode zijn er een aantal inhaaldagen voorzien, om onverwachte afwezigheden te kunnen opvangen. Deze dagen dien je beschikbaar te blijven voor inhaalstage, opvolggesprekken etc. Je moet hiervoor geen verlof opnemen, ook al vindt er geen inhaalstage plaats. Je kan opgeroepen worden voor een gesprek, of kan aan je stageopdrachten verder werken. Het opleidingstraject is lopende. Er is geen sprake van ‘inactiviteit’.

Neen, het Project 3030 voorziet geen speciale bescherming voor werknemers in opleiding.

Je mag zelf ontslag nemen. Weet wel dat je dankzij je arbeidsovereenkomst bij je huidige werkgever kan genieten van het Project 3030.

Neen, je ‘oude’ arbeidsovereenkomst is de enige verbintenis die je met je werkgever hebt.

Wanneer deze geen vacature heeft voor je pas behaalde kwalificatie, is deze dus niet verplicht om je een andere betrekking aan te bieden. Als deze je wel een andere functie aanbiedt, moet je ‘oude’ arbeidsovereenkomst aangepast worden. Dit kan via een bijlage aan je ‘oude’ arbeidsovereenkomst: functie, anciënniteit, barema …

Je loon tijdens de opleiding

Je ontvangt maandelijks je baremiek loon. In je arbeidsovereenkomst is bepaald welke functie je bij je werkgever uitoefent en onder welk barema je hierdoor valt.

Hoewel je voltijds de opleiding moet volgen, wordt je loon berekend in functie van de arbeidstijd die vermeld is in je arbeidsovereenkomst. Bv. je bent aangeworven voor 19 uren/week, dan ontvang je tijdens de opleiding ook het basisloon voor het equivalent van 19 uren/week.

Tijdens de opleiding blijf je alle rechten behouden die je bij je werkgever had.

Je werkgever vergoedt de vervoerkosten die je maakt tussen je woonplaats en het opleidingscentrum of stageplaats(en).

Dit betekent dan ook dat

  • Je kiest voor de voordeligste methode.
  • Je uitzoekt wat het goedkoopste biljet is als je je moet verplaatsten met de trein/tram/bus (een maandabonnement, een driemaandelijks abonnement….).

Bespreek het best vooraf met je leidinggevende.

Neen, je werkgever heeft dat recht niet. Als dit toch het geval is, stuur dan een mail naar project3030 [at] vspf.org.

Neen, de werkgever heeft dat recht niet omdat deze niet zelf de opleiding betaalt. Mocht dit toch het geval zijn, verwittig project3030 [at] vspf.org hiervan.

Ja, je blijft – net zoals je collega’s – verder onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving voor werknemers.

Ja, de werkgever betaalt elke maand je loon uit en hierop worden fiscale heffingen ingehouden. Je moet elk jaar gewoon je inkomen aangeven.

Ziekte, arbeidsongevallen, zwangerschap

Bij ziekte gelden dezelfde regels als voor je werk:

  • Je verwittigt je werkgever en stuurt een attest van ziekte op. 

Duurt je ziekteperiode lang? Net zoals alle andere werknemers, heb je dan recht op gewaarborgd loon. 

  • Je moet ook het opleidingscentrum en je stageplaats verwittigen en hetzelfde attest van ziekte daar bezorgen.

Vraag aan je dokter dus twee ziekteattesten: één voor je werkgever en één voor het opleidingscentrum of stageplaats.

Hier gelden dezelfde regels. Ben je gekwetst tijdens het woon/stageverkeer of woon/opleidingscentrum-verkeer of tijdens een activiteit van het opleidingscentrum? Meld dit zo vlug mogelijk aan je werkgever. Deze zal de arbeidsongevallenverzekering inschakelen.

Het opleidingscentrum kan ook haar verzekering aanspreken, maar de wettelijke arbeidsongevallenverzekering van je werkgever dekt je salaris als je werkonbekwaam bent voor een langere periode; de verzekering van het opleidingscentrum dekt alleen medische kosten (het verschil tussen het betaalde bedrag en de tussenkomst van de mutualiteit).

Voor zwangere werknemer in opleiding geldt dezelfde reglementering als voor zwangere werkneemsters in de dienst voor gezinszorg(werkgever verwittigen, arbeidsgeneesheer,…).

Als de zwangerschap tot gevolg heeft dat je het studiejaar niet kan afmaken en je de opleiding moet stopzetten en dus niet kan deelnemen aan de examens of stages, moet je de werkgever hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen.

Let wel: elke stopzetting van de opleiding gebeurt altijd in overleg tussen het opleidingscentrum en de VDAB.

Je kan de opleiding het volgend startmoment van het opleidingscentrum opnieuw aanvatten, mits je leidinggevende een gemotiveerd schrijven richt aan project3030 [at] vspf.org. Je aanvraag wordt onderzocht. Daarna ontvang je een bericht of je al dan niet verder kan studeren.

Voor alle persoonlijke of familiale problemen en onvoorziene gebeurtenissen tijdens de opleiding, raden wij je aan om onmiddellijk je leidinggevende te contacteren.  Deze brengt de initiatiefnemers van het project op de hoogte van je situatie. (project3030 [at] vspf.org)

Andere vragen

Heb je een mandaat van werknemersafgevaardigde in een ondernemingsraad, CPBW of syndicale delegatie, dan kan je tijdens je opleiding hierin niet meer zetelen als effectief gemandateerde. Je plaatsvervanger neemt op dat moment deze taak waar.

Nog vragen?

Als u na het lezen van deze vragenlijst nog onbeantwoorde vragen heeft, mail naar
project3030 [at] vspf.org (project3030[at]vspf[dot]org)