Diversiteit in de kinderopvang heeft altijd bestaan. Elk kind is uniek
Na deze vorming:
- kan je breder kijken dan enkel diversiteit tussen andere culturen
- leg je linken met dimensie 6 van MeMoQ en het pedagogisch raamwerk
- heb je praktische tools (handvaten) om met diversiteit aan de slag te gaan in de opvang
- kan je inspelen op individuele behoeftes van kinderen en hun gezin.
Sessies
Programma
Diversiteit is iets van de laatste jaren’ hoor je heel vaak zeggen. Jammer want diversiteit heeft altijd bestaan. Elk kind is uniek, heeft andere behoeften en daarom een andere aanpak nodig. En toch vinden we dat er voor ieder kind dezelfde regels en afspraken moeten gelden.
Ook mogen we niet vergeten dat de eerste opvoeder van een kind de ouder is. Hoe ver kunnen we meegaan in de wensen van de ouders?
In deze vorming gaan we op zoek naar waar we het verschil kunnen maken. Wat heeft elk kind/ouder nodig? Wat zijn de behoeften van elk kind zonder het overzicht in de kinderopvang te verliezen? En hoe leggen we de link met MeMoQ en het pedagogisch raamwerk?
WERKVORM EN METHODIEK
Er zijn vier belangrijke aspecten in onze vormingen:
een theoretisch kader (kennen):
We bieden onze deelnemers een kader als houvast bij het communiceren.
Vaardigheden trainen (kunnen):
We laten onze deelnemers oefenen in vaardigheden zodat ze het theoretische kader in de praktijk leren toepassen.
Reflecteren over zichzelf, de ander, de context (zijn):
We leren deelnemers stilstaan bij zichzelf en hun eigen aandeel in een situatie. We leren deelnemers zich inleven in de positie van een ander en rekening houden met de context.
Transfer naar de praktijk (handelen/doen):
We besteden aandacht aan het zoeken naar manieren waarop deelnemers het geleerde in hun professionele praktijk kunnen toepassen.
We bouwen onze trainingen op met enkele (eind)doelstellingen voor ogen. Wat wil ik dat ze op het einde van de vorming kennen/kunnen/zijn? Op basis daarvan kiezen we gepaste methodieken. We kiezen enkele kernoefeningen en stellen oefeningen op om stapsgewijs de opbouw te maken naar de kernoefeningen. Deze oefeningen noemen we de deeloefeningen. Zo kunnen deelnemers starten met eenvoudige oefeningen, waardoor ze succes ervaren. Hierin leren ze deel-vaardigheden die hen in staat stellen de uiteindelijke kernoefening uit te voeren en hiervan te leren. Deelnemers leren het beste wanneer er gewerkt wordt rond kennen, snappen, kunnen en doen en wanneer er een opbouw wordt gemaakt in moeilijkheidsgraad. Beginnen met het kennengedeelte (vb. werken rond checklists) zorgt voor de grootste succeservaring. Vanuit deze succeservaring dagen we ze uit om weer een stapje verder te gaan. Wij ondersteunen hen waar nodig om dat stapje verder te geraken. De kernoefening is een oefening die de nodige kennis en vaardigheden aangaande het vormingsthema integreert. In de vormingen is het proces zeker zo belangrijk als het resultaat. We kijken hoever iedereen kan groeien en geven een gevarieerd aanbod aan methodieken zodat verschillende deelnemers wel één of andere manier vinden waarop zij goed kunnen leren.
VOOR WIE
Kinderbegeleiders groepsopvang
DUUR
1 dag
OPGELET
Per organisatie kunnen er 2 deelnemers ingeschreven worden, per vorming.
Als er meer deelnemers worden ingeschreven zullen deze op de wachtlijst gezet worden. Als er een plaats vrijkomt informeren we de deelnemer die op de wachtlijst staat, 2 weken voor de vorming start.