Wat je als taalcoach moet weten over Taalondersteuning
VIVO en de sectorfondsen werken samen met externe taalopleiders om taaltrajecten aan te bieden aan werknemers met beperkte taalvaardigheid Nederlands uit social-profitorganisaties.
Per kalenderjaar kan een deelnemer maximum 32 uur taalcoaching krijgen. Dat kan individueel, in groep of via een combinatie.
De begeleiding vindt plaats binnen de werkuren. De collega’s van de deelnemer krijgen van jou ook tips om hem te helpen met het Nederlands op de werkvloer.
Alle reguliere werknemers die op de payroll staan van organisaties uit de volgende sectoren, kunnen een taaltraject volgen:
- de Opvoedings -en huisvestingssector (PC 319.01)
- de Socioculturele sector (PC 329)
- de sector Kinderopvang en de Vlaamse Welzijnssector (PC 331)
Dat betekent dat in deze drie sectoren ook sommige jongeren die werkplekleren een taaltraject kunnen volgen. Het gaat hierbij alleen over jongeren tewerkgesteld via een overeenkomst Alternerende Opleiding (OAO) of met een deeltijdse arbeidsovereenkomst Sociale Maribel in het kader van “leren en werken”.
In de Lokale Diensteneconomie kunnen alleen de doelgroepwerknemers een taaltraject volgen (niet het omkaderingspersoneel).
Bovendien kantelt de Lokale Diensteneconomie in Individueel Maatwerk. Voor doelgroepwerknemers die nog het LDE-statuut hebben of die momenteel tewerkgesteld zijn in een (voormalige) LDE-onderneming en het statuut individueel maatwerk hebben, kunnen nog taaltrajecten aangevraagd worden. Doelgroepmedewerkers die het statuut individueel maatwerk hebben maar tewerkgesteld zijn in een andere organisatie dan een (voormalige) LDE-onderneming en doelgroepmedewerkers met het statuut collectief maatwerk (ook al waren ze hiervoor LDE-medewerkers) komen niet meer in aanmerking.
Sinds 2025 loopt deze actie niet meer in de sector van de Maatwerkbedrijven - sociale en beschutte werkplaatsen (PC 327.01). Werkgevers uit deze sectoren kunnen voor taalcoaching van hun doelgroepwerknemers een terugbetaling vragen via het opleidingsbudget.
Verder worden werknemers in bepaalde statuten uitgesloten. Denk bijvoorbeeld aan artikel-60-werknemers, waarvan de juridische werkgever niet tot één van deze sectoren behoort.
Hoelang een deelnemer in dienst is bij een werkgever, is geen criterium.
- Als taalcoach maak je eerst een analyse van de werksituatie en de taalcontext.
- Daarna heb je een intakegesprek en screen je de deelnemers op taalniveau.
- Op basis van de analyse, de taalscreening en het gesprek stippel je samen met de werkgever een aangepast taaltraject uit voor de werknemer(s). De afspraken over de inhoud, de vorm (individueel of in groep) en de duur vermeld je samen met het gescreende taalniveau op een formulier van het sectorfonds.
- De werkgever moet elk taaltraject vóór de start aanvragen via Extranet (onze online inschrijvings- en indieningstool). We financieren immers alleen taaltrajecten zolang er voldoende budget is.
Is een taaltraject toch van start gegaan zonder onze goedkeuring? Dan financiert het sectorfonds de gepresteerde uren die plaatsvonden vóór de goedkeuring niet.
- Wanneer de aanvraag van de werkgever aan de voorwaarden voldoet en op voorwaarde dat er voldoende budget is, stuurt het sectorfonds een goedkeuring naar de werkgever. Daarna kan het traject van start gaan.
- Na afloop van het traject mail je onze aanwezigheidslijst en je factuur naar info [at] vivosocialprofit.org (dus niet naar de werkgever). Zodra het dossier in orde is, krijg je onze uitbetaling.
- Elke deelnemer kan in het totaal ten hoogste 32 uren taalondersteuning krijgen per kalenderjaar. Hou daar rekening mee bij vervolgtrajecten of gecombineerde trajecten.
Sinds 2025 bedraagt het uurtarief voor taaltrajecten in alle sectoren 120 euro (inclusief btw) per gepresteerd uur effectieve taalondersteuning aan de deelnemer.
Dat tarief werd na overleg met de Werkplekarchitecten en enkele taalopleiders vastgelegd. Het is voldoende groot om ook aan de niet vergoede uren en kosten tegemoet te komen (zoals voor analyses van de werksituatie en de taalcontext, intakegesprekken, screenings op taalniveau, voorbereidingen van taalcoachings en vervoersonkosten). De taaltrajecten worden immers gefinancierd door de sectorfondsen, die alleen de uren effectieve coaching van hun doelgroep vergoeden.
Een no show fee voor een geplande afspraak met één of meerdere deelnemers die last-minute niet kan doorgaan omdat de werkgever jou niet (tijdig) verwittigd heeft, reken je dus rechtstreeks aan aan de organisatie die het taaltraject heeft aangevraagd.
Alleen in de Lokale Diensteneconomie moeten de taaltrajecten starten én eindigen in hetzelfde kalenderjaar.
In de andere sectoren geldt geen termijn waarbinnen de taaltrajecten moeten afgerond worden.
Sinds 2024 geldt in geen enkele sector een maximum.
Voor de start van het traject:
Aan de werkgever bezorg je één van de volgende formulieren (afhankelijk van de sector), want dat formulier moet opgeladen worden in de online aanvraag:
Tijdens het traject:
Je houdt de aanwezigheden van elke deelnemer bij en vermeldt telkens begin- en einduur. Daarvoor gebruik je het volgende formulier:
Na afloop van het traject:
Je stuurt je factuur samen met onze aanwezigheidslijst naar info [at] vivosocialprofit.org.
Na afloop van het taaltraject mail je als taalopleider de aanwezigheidslijst en de factuur naar info [at] vivosocialprofit.org.
Afrekenen doe je altijd per taaltraject (= telkens een aparte factuur, niet meerdere taaltrajecten afrekenen op dezelfde factuur). Je krijgt dan immers sneller een uitbetaling van aanvragen die in orde zijn (geen vertraging door onvolledige dossiers).
Voor onvolledige dossiers worden geen tussenkomsten uitbetaald.
De factuur richt je steeds naar het vormingsfonds dat het taaltraject heeft goedgekeurd. Als vormingsfondsen moeten wij immers onze uitgaven verantwoorden naar de overheid toe.
Opgelet: in de sector van de Maatwerkbedrijven (Sociale en Beschutte Werkplaatsen - PC 327.01) factureer je vanaf 2025 rechtstreeks aan de organisaties die de taaltrajecten aanvragen en niet langer aan de vormingsfondsen voor die sectoren. Nadat een werkgever je factuur betaald heeft, kan die een terugbetaling vragen via het opleidingsbudget van de organisatie.
Zorg er ook telkens voor dat de factuur kan gelinkt worden aan het betrokken taaltraject (door bijvoorbeeld het dossiernummer van het fonds of de naam van de deelnemers te vermelden op de factuur).
Wil je uitzonderlijk toch tussentijds factureren? Dan gelden deze afspraken:
Tussentijds factureren gebeurt alleen bij liquiditeitsproblemen (bijvoorbeeld door trajecten die door onvoorziene omstandigheden langer duren).
Per taaltraject niet meer dan één tussentijdse factuur en één eindfactuur.
Op de factuur zelf vermeld je ook altijd of het gaat om een tussentijdse factuur of eindafrekening.
Elke factuur staaf je met een deelnemerslijst.
Een no show fee voor een geplande afspraak met één of meerdere deelnemers die last-minute niet kan doorgaan omdat de werkgever jou niet (tijdig) verwittigd heeft, reken je rechtstreeks aan aan de organisatie die het taaltraject heeft aangevraagd.
- Taalopleiders die geselecteerd werden door de Werkplekarchitecten.
- Alleen in de sector van de Maatwerkbedrijven werken we ook samen met LIGO.
Heb je interesse om als taalcoach samen te werken in het kader van onze Taalondersteuning? Neem dan contact op met de Werkplekarchitecten.
Antwoord op je vraag niet gevonden?
Stuur je vraag naar info [at] vivosocialprofit.org