Alle tools

Gebruik de BI-matrix om leerdoelen te analyseren en leervormen te kiezen

Ontdek hier hoe je kan beslissen welke leervorm het meest geschikt is, rekening houdend met de complexiteit en kriticiteit van de leerdoelen.

 

Methodiek

Analyseer de leerdoelen/gewenste gedragingen. Schat de complexiteit en kriticiteit in.

Het BI-model (Bussiness Impact Model van De Opleidingscoach) helpt bij het analyseren van leerdoelen door te kijken naar 2 belangrijke parameters: 

1. Complexiteit: Hoe complex is het doel/gedrag?
De complexiteit verwijst naar hoe moeilijk het is om dat gedrag te stellen. Zijn er veel verschillende handelingen nodig, is het resultaat van de uitvoering voorspelbaar, vraagt het veel denkwerk, ...
Het is niet eenvoudig om op een zo objectief mogelijke manier te bepalen of iets complex of minder complex is. Onderstaande elementen helpen je om de complexiteit te bepalen:
• Het aantal en de verschillende handelingen;
• Voorspelbaarheid/stabiliteit vs. onduidelijkheid/dubbelzinnigheid
• De gevraagde cognitieve inspanning

2. Kriticiteit: Hoe kritisch is het doel/gedrag?
De kriticiteit verwijst naar de impact van het slecht of niet uitvoeren van dat gedrag. Wat zijn de gevolgen hiervan?
Volgende begeleidende vragen helpen je om dit scherper te krijgen:
• Als het doel/gedrag niet bereikt wordt/het gedrag niet gesteld wordt, wat is het effect daarvan?
• Als het doel/gedrag niet op de correcte manier wordt uitgevoerd, hoe groot zijn de gevolgen hiervan?

 

matrix met 4 vakken, assen complexiteit en kriticiteit

Zet de leerdoelen in de matrix


 

De idee van dit model is dat je in jouw opleiding vooral actief aan de slag gaat met de midden/hoog complexe én midden/hoog kritische doelen/gedragingen. En dat je zeer bewust kiest om (in eerste instantie) niet te veel aandacht te besteden aan de doelen met een (zeer) lage complexiteit en kriticiteit.

Negeren 

Complexiteit = laag ; kriticiteit = laag

Golden rule: focus je in eerste instantie niet op de doelen/gedragingen die laag complex en laag kritisch zijn. Dit zijn niet de meest belangrijke topics om een leeractie voor uit te werken. Vandaar de term “negeren”. Focus je dus in eerste instantie op de doelen die een stuk complexer en kritisch zijn. Dat zijn de doelen waartoe er ondersteuning nodig is.

Documenteren

Complexiteit = laag ; kriticiteit = hoog

Vanuit leerstandpunt adviseren we de doelen die laag complex en hoog kritisch zijn voornamelijk via documentatie aan te bieden. Zorg ervoor dat deze documentatie door de lerenden asynchroon (wanneer/waar ze willen) geraadpleegd kan worden. Denk aan e-learnings, instructies, video’s, etc. Het voordeel van het documenteren is dat het leermateriaal steeds, on-demand en just-in-time beschikbaar is. Bovendien kunnen lerenden dit materiaal veelvuldig raadplegen.

Instrueren en faciliteren

Complexiteit = hoog ; kriticiteit = laag

Complexiteit is de parameter die een directe invloed heeft op de manier van leren en de leerinspanning die dit vraagt. Gezien de hoge complexiteit, kan dit leerdoel/gedrag niet volledig ondervangen worden door documentatie. De combinatie van documentatie én een faciliterende rol in het leerproces zijn belangrijk. Denk hier bijvoorbeeld aan korte oefenmomenten tijdens live/klassikale sessies.

Investeren

Complexiteit = hoog ; kriticiteit = hoog

Hoog complexe en hoog kritische doelen vragen om veel aandacht. Om deze doelen te bereiken is er een combinatie van leerinterventies nodig – met het oog op duurzame gedragsverandering. We spreken hier over hybride trajecten – en niet over eenmalige trainingen van bijvoorbeeld 1 dag. Voorbeeld van een traject: online webinar, skill labs, interventie en persoonlijke coaching.

Bron: Handleiding 'Naar impactvolle opleidingen voor de toekomst' ontwikkeld in het kader van het ESF-566 Soft Skills.